
Lagere school
‘Een krachtig willen, een warm voelen en een helder denken.’
Alles op zijn tijd. Om helemaal zichzelf te worden, heeft het kind niet alleen kennis nodig, maar ook een warm gevoelsleven en een sterk lichaam. Kinderen ontwikkelen deze drie vermogens in de loop van ongeveer 21 jaar.
- In de eerste 7 jaren leren zij voornamelijk hun lichaam gebruiken. Kleine kinderen kruipen, lopen, rennen, springen, klauteren, hinkelen. Hierdoor wordt het lichaam hun instrument.
- Vanaf 7 jaar beleven ze de dingen die op hen afkomen gevoelsmatig. Het is mooi of lelijk, goed of kwaad, smakelijk of vies, veilig of gevaarlijk, leuk of saai. Kort samengevat: het kind loopt ergens warm voor of het laat hem koud. In deze periode leert hij door het enthousiasme.
- Na het 14e jaar kan hij zelf leren nadenken en oordelen. Het hoofd tenslotte geeft het vermogen tot denken en begrijpen; tot concluderen en abstraheren. Het intellect is de kroon op het werk.


Klassen 1-4
Wanneer je terugdenkt aan je eigen lagereschooltijd, komt er vaak een bepaalde sfeer of een bepaald gevoel naar boven. Je herinnert je niet de moeilijke cijferoefening maar hoe het toen muisstil was in de klas waardoor je een speld kon horen vallen. Hoe je met heel de klas door het raam keek omdat de eerste sneeuw neerdwarrelde of toen je plots tijdens de speeltijd helemaal alleen stond na een ruzie. Dat gevoel van ontzettende eenzaamheid kan je nog steeds ervaren alsof het gisteren was.
Omdat we de kinderen van de lagere school iets willen bijbrengen dat hun leven lang nazindert, werken we via het gevoel.
Hierin ligt dan ook onze opdracht: bezield lesgeven. Door elke leerstof vol overgave en enthousiasme te brengen, maken we die levendig voor de kinderen en blijft die ook levend. We willen de kinderen een rijkdom laten beleven waardoor ze dagelijks schoonheid en harmonie kunnen ervaren. Zo kunnen ze echt een verbinding aangaan met de leraar, de andere kinderen en met de wereld.
Vanuit onze bezieling voelen kinderen het vuur diep in zichzelf opflakkeren. Dit is het vuur van hun eigen motivatie. Kinderen willen iets doen en iets leren vanuit een innerlijke motivatie, en zeker niet uit angst of dwang.
Als deze innerlijke motivatie gestimuleerd wordt, is zij de ideale aanzet om later als vrij mens met een rijke en gevulde ziel door het leven te stappen.
Klassen 5-6
Wanneer het proces van die eerste vier jaar van de lagere school mooi is afgerond, is het tijd voor iets nieuws. Vol verwachting kijken de 5de klassers naar hun nieuwe leraar die hen de volgende twee jaar mee op weg neemt.
Plots komen er nieuwe periodes aan bod zoals: aardrijkskunde, natuurkunde en geschiedenis. De hoeveelheid leerstof neemt toe, het huiswerk wordt groter en de kinderen hebben nu echt ook periodetoetsen waarvoor ze moeten leren.
Een vijfde klasser voelt een ongelooflijke honger en wil erg graag laten zien wat hij kan. Nieuwe werkvormen worden aangebracht waardoor de kinderen de leerstof kunnen verdiepen en ook vanuit hun eigen interesses verder iets kunnen uitwerken. De kinderen verwerken de leerstof en delen ze met de klas. De leraar bekijkt vanop een afstand alle werkijver en voelt een warme en oprechte verbondenheid.
Na een jaar vol schoonheid en harmonie stappen de kinderen stevig de 6de klas binnen. Als echte Romeinen gaan ze grenzen aftasten en verleggen. Het nieuwe is er nu wel af en er klinkt al eens een zucht bij het woord huiswerk. Er worden antwoorden geformuleerd op een periodetoets die de leraar niet op voorhand bedacht had. Wanneer dit bevraagd wordt, volgt er plots een logische redenering waar niets tegen in te brengen valt. Een eerste begin van het causaal denken meldt zich aan. Wanneer oorzaak en gevolg dus plots duidelijk worden, is het als leraar niet moeilijk om het concept van grenzen even opnieuw uit te leggen. Wanneer deze verlegd worden, zonder onderlinge toestemming, heeft ook dat een gevolg…
Niet alleen bezieling maar vooral humor is cruciaal binnen deze leeftijd. De kinderen erkennen en waarderen de authenticiteit van de leraar en vanuit een wederzijds respect en vertrouwen worden grenzen samen verlegd.

‘Worden wie je bent.’
- De ritmische herhalingen
- Het periodeonderwijs
- Het kunstzinnige verwerken van de leerstof
- Het reciteren, gedichten en spreuken
- Tonelen
- Vertelstof
- De techniek lessen en het muziekonderricht